Blaise, eigenlijk: Frédéric Sauser-Hall, Zwitsers Franstalig schrijver, *1.9.1887 La Chaux-de-Fonds, †21.1.1961 Parijs. Hij leidde sinds zijn 15e jaar een avontuurlijk en zwervend leven.
Hij was een kosmopolitisch wereldreiziger en avonturier; hij maakte reizen naar Rusland, Amerika en Canada.In 1916 nam Cendrars dienst in het Vreemdelingenlegioen; hij moest later zijn rechterhand missen. Hij was bevriend met G. Apollinaire, die hij beïnvloedde.
Na de Eerste Wereldoorlog vestigde hij zich in Parijs, waar hij bevriend was met de kubisten. Fotografische registratie, dynamische levensdrift en exotische couleur locale kenmerken zijn sterk autobiografische poëzie en proza, die geschreven zijn in een beeldende taal en die een grote suggestieve en vitale kracht hebben. Werken: poëzie: Les pâques à New York (1912), Profond aujourd’hui (1917), Le Panama ou les aventures de mes sept oncles (1918), Poèmes élastiques (1919), Kodak-documentaires (1924), Feuilles de route (1924), Du monde entier au coeur du monde (1957); proza: La prose du Transsibérien (1913), L’or (1925), Moravagine (1926), L’éloge de la vie dangereuse (1926), Les confessions de Dan Yack (1929), Rhum (1930), L’homme foudroyé (1945), La main coupée (1946), Bourlinguer (1948), Le lotissement du ciel (1949), Emmène-moi au bout du monde (1956), Trop, c’est trop (1957), À l’aventure (1960).
LITT. J. Rousselot, B. Cendrars (1953); J. Buhler, B. Cendrars (1960).
