Conrad Protucius, eigenlijk: Konrad Pickel, Duits humanist, *1.2.1459 Wipfield, †4.2.1508 Wenen. Celtis studeerde in het toen nog overwegend scholastieke Keulen, vervolgens bij de Ned. humanist Agricola te Heidelberg, en voltooide zijn vorming met een reis naar Italië.
Daarna leidde hij een zwervend bestaan, was o.a. te Krakov, waar hij de grondslagen legde van het humanisme in Polen, verder in Hongarije, te Mainz, Neurenberg, Ingolstadt en sinds 1497 te Wenen.Zijn belevenissen op die tochten, vooral op erotisch gebied, vormen het hoofdthema van zijn dichtwerk Amores (4 boeken) en Oden (4 boeken). Ook wetenschappelijk heeft hij veel gepresteerd. In 1486 schreef hij Ars versificandi et carminum, in 1495 beschreef hij de stad Neurenberg.
Bij zijn bezoek aan het klooster Sankt Emmeran (bij Regensburg) vond hij verschillende werken van Roswitha, die door hem uitgegeven zijn, o.a.: Carmen de gestis Oddonis (1501). Verder ontdekte hij het handschrift van de Fabulae van Phaedrus en een 13e-eeuwse kopie van een kaart uit de 3e eeuw, later genoemd Tabula Peutingeriana. Uitgaven: IV libri Amorum, door F. Pindter (1934); Libri Odorum IV, door F. Pindter (1937); Selections from C. Celtis, door L.
Forster (1948; met Eng. vert. en comm.); Opuscula, door K. Adel (1966).
LITT. A. Werminghoff, Celtis (1921); H. Dreiwinc, Vier Gestalten aus dem Zeitalter des Humanismus (1946); L.W. Spitz, Celtis (1957).