m. (-s), in vele samenstellingen voorkomend macromoleculair produkt dat wordt gevormd door de invoering van methyl-, ethyl-, benzyl- of carboxymethylgroepen in cellulose.
Door alkalicellulose te laten reageren met alkylchloriden of sulfaten, resp. met benzylchloride of monochloorazijn, worden de voor cellulose-ether vereiste substitutieprodukten verkregen. Methyl-cellulose heeft de merkwaardige eigenschap, oplosbaar te zijn in koud water, echter onoplosbaar in warm water. Het wordt gebruikt als indikmiddel in levensmiddelen en als bindmiddel in verf en lijm. carboxymethyl-cellulose (CMC) wordt eveneens gebruikt als indikmiddel en als emulgator in levensmiddelen, en verder veelvuldig in de textiel- en papierindustrie.