plantengeslacht, behorend tot de familie Cyperaceae, met ca. 1200 soorten kruidachtige planten, wereldwijd verbreid, met voorkeur voor koude en gematigde klimaten en vochtige groeiplaatsen. Zij lijken op grassen, maar zij bezitten een driekantige (zelden ronde), gevulde stengel en eenslachtige bloempjes, die òf op dezelfde, òf op verschillende planten zitten.
Drie meeldraden vormen de mannelijke bloem, de vrouwelijke bloem heeft een dopje om het vruchtje (‘urntje’), waar twee of drie stempels uit steken.Meer dan 50 soorten, vaak moeilijk te onderscheiden, zijn inheems. Voorbeelden: cyperzegge (Carex pseudocyperus), met grote, sierlijk gesteelde en hangende aartjes in moerassen; snavelzegge (C. rostrata), op zand en veen, met gesnavelde urntjes; zandzegge (C. arenaria), met lange, kruipende wortelstokken in duinen en zandverstuivingen.