Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Carburator (karburator)

betekenis & definitie

[Eng.], m. (-s, -en), (ook: carburateur), onderdeel van een verbrandingsmotor waarin de vereiste hoeveelheid brandstof (benzine) in zeer fijn verdeelde toestand met lucht wordt vermengd zodat een ontplofbaar mengsel ontstaat. Voor het starten is er een mengsel van 1 kg benzine en 5 kg lucht; voor het optimaal rijden 1 kg benzine en 16 kg lucht (ca. 10000 liter lucht op 1 liter benzine) nodig.

Teveel lucht leidt tot verlies van het motorvermogen. Naar de stromingsrichting van de luchtstroming door de venturi onderscheidt men:1. de stijgstroom-carburator, waarbij de lucht- en de brandstofstroom naar boven zijn gericht (deze werd vóór de Tweede Wereldoorlog veel gebruikt);
2. de horizontale carburator, waarbij de luchtstroom horizontaal en de brandstofstroom naar boven gericht is (wordt soms nog toegepast);
3. de valstroom-carburator, waarbij de luchtstroom naar beneden en de brandstofstroom schuin naar beneden gericht is, zodat een betere menging met de lucht verkregen wordt. Deze carburator bevordert het snel optrekken en verhoogt de topsnelheid door een goede cilindervulling. Door middel van een stangenmechanisme en een voetpedaal kan de stand van de gasklep geregeld worden, waarbij tevens de hoeveelheid benzine door de ingebouwde acceleratiepomp automatisch via de hoofdsproeier aangepast wordt aan de snelheid en het vereiste trekvermogen. In de carburator zijn een startsproeier en een of meer hoofdsproeiers gemonteerd. Bij het starten met koude motor wordt door middel van de >choke de luchttoevoer vrijwel geheel afgesloten, waardoor de motor een rijk mengsel aanzuigt en zodoende sneller aanslaat. Zowel een met de hand bediende choke als een automatische choke (door middel van een thermostaat bediend) worden veel toegepast. Om te voorkomen dat het uitschakelen van de choke wordt vergeten, heeft men buiten de automatische choke een hulpchoke ontworpen, die één geheel vormt met de hoofdchoke. De hulpchoke wordt op gelijke wijze als de choke bediend, maar geeft minder gevaar voor een te rijk mengsel (wegspoelen van de noodzakelijke smering!), wanneer men deze na het starten en aanwarmen verzuimt af te zetten. Door een hulpmechanisme, ‘by-pass’ genaamd, kan bereikt worden dat de wagen een snelheid behoudt van 75 % van zijn topsnelheid, doordat bij het verder openen van de gasklep een aanvullingssproeier het gasmengsel rijker maakt en het motorvermogen daardoor toeneemt. Benzine-inspuitsystemen (zie inspuitsysteem) geven wel een betere mengselverdeling en een aanzienlijk beter rendement (ca. 15 % lager brandstofverbruik) dan met behulp van de carburator, maar lossen het probleem van de uitlaatgasverontreiniging niet op. De moderne carburator heeft even goede resultaten en is beduidend goedkoper dan welk inspuitsysteem ook. zie afb.

LITT. P.Olyslager, Auto-ABC (5e dr. 1971).

< >