vm. Indianenstam in de kuststreek van Venezuela.
De Caquetio waren landbouwers (maïs en cassave).Jacht en visserij, maar ook goudhandel speelde een belangrijke rol. De maatschappij was een klassemaatschappij : boeren, adel en erfelijke leiders, die een goddelijk aanzien genoten. Er was echter niet één politiek bestel: de dorpen waren verenigd in verschillende kleine districten, elk met zijn eigen hoofd.
Deze kleine staten zijn in de 16e eeuw zeer kort na de komst van de Spanjaarden ten onder gegaan, o.a. onder invloed van sterke demografische teruggang, veroorzaakt door besmettelijke ziekten.De Caquetiotaal behoorde tot de Arowakse talen, zie Arowakken.
