Italiaans dorp zuidelijk van Reggio, waarbij de ruïne van het gelijknamige kasteel ligt. Het was de stamburcht van de markgraven van Tuscië (Toscana).
In de 11e eeuw werd de burcht bewoond door markgravin Mathilde van Toscana, beschermster van paus Gregorius VII.Naar Canossa trok in 1077 tijdens de investituurstrijd de Duitse koning Hendrik IV om van Gregorius opheffing van de ban te verkrijgen. Naar aanleiding van dit gebeuren heeft de uitdrukking naar Canossa gaan de betekenis gekregen van vernedering en onderwerping aan de kerk. Bekend is de uitspraak van kanselier Bismarck in de Duitse Rijksdag van 14.5.1872 (in de beginfase van de zgn.
Kulturkampf): ‘Nach Canossa gehen wir nicht’. Het kasteel werd in 1255 door de burgers van Reggio verwoest. Sedert 1878 is het overgeblevene een nationaal monument.
LITT. W.von den Steinen, Canossa, Heinrich IV und die Kirche (1957).