Petrus, Ned. medicus, *11.5.1722 Leiden, †7.4.1789 ’s-Gravenhage. In 1750 werd Camper hoogleraar te Franeker, in 1755 te Amsterdam.
Afgetreden, leefde Camper van 1761-63 op zijn landgoed bij Franeker.Daarna werkte hij tot 1773 als hoogleraar te Groningen, waar hij als eerste een chirurgische polikliniek opende. Camper was een prominent geleerde. Hij verrichtte baanbrekend werk op het gebied van de anatomie, antropometrie, biologie en natuurwetenschappen.Als vergelijkend anatoom ging Campers belangstelling verder dan de humane geneeskunde. Hij was een pionier op het gebied van de veepestbestrijding en ook andere dierziekten hadden zijn aandacht. Uitgave: Oeuvres de P. Camper, door H.J. Jansen (1803).
LITT. C.E. Daniels, Het leven en de verdiensten van P. Camper (1880); C.J. Doets, De heelkunde van P. Camper (1948).