Joseph, Frans politicus, *30.3.1863 Le Mans, †23.11.1944 Mamers. Caillaux was een aantal malen minister van Financiën (kabinet-Waldeck-Rousseau, eerste kabinet-Clémenceau), in deze functie hervormde hij de belastingen en voerde het beginsel van de progressie in. .. Van 1911-12 was Caillaux minister-president tijdens de Agadircrisis; het daaropvolgende Marokkoverdrag, dat de Duitse belangen garandeerde, bracht hem ten val.Nadat hij wederom minister van Financiën was geworden, doodde zijn vrouw Calmette, hoofdredacteur van de Figaro, uit wraak over persoonlijke aanvallen tegen haar man (o.a. publikatie van briefwisseling tussen Caillaux en zijn vrouw vóór hun huwelijk); zij werd vrijgesproken (voorjaar 1914). Tijdens de Eerste Wereldoorlog streefde Caillaux naar een spoedige vrede met Duitsland. Wegens zijn verstandhouding met de vijand werd hij in 1920 tot drie jaar gevangenis veroordeeld en beroofd van zijn politieke rechten, die hij bij de amnestie van 1.1.1925 terugkreeg.
Hetzelfde jaar werd hij, dè specialist, andermaal minister van Financiën, zij het kortstondig. Nadien bleef hij als voorzitter van de financiële commissie van de Senaat op de Franse financiële politiek grote invloed uitoefenen. Caillaux bewerkte de val van de volksfrontregering-Blum.
Even voor de Tweede Wereldoorlog trok Caillaux zich uit de politiek terug.
Werken: Agadir, une politique d’extension (1919), Mes prisons (1921), Ma doctrine (1926), Mes mémoires (3 dln. 1947).
LITT. R. de Fleurien, J. Caillaux (1951); C.M. Chenu, Le procés de Mme Caillaux
Van 1911-12 was Caillaux minister-president tijdens de Agadircrisis; het daaropvolgende Marokkoverdrag, dat de Duitse belangen garandeerde, bracht hem ten val.Nadat hij wederom minister van Financiën was geworden, doodde zijn vrouw Calmette, hoofdredacteur van de Figaro, uit wraak over persoonlijke aanvallen tegen haar man (o.a. publikatie van briefwisseling tussen Caillaux en zijn vrouw vóór hun huwelijk); zij werd vrijgesproken (voorjaar 1914). Tijdens de Eerste Wereldoorlog streefde Caillaux naar een spoedige vrede met Duitsland. Wegens zijn verstandhouding met de vijand werd hij in 1920 tot drie jaar gevangenis veroordeeld en beroofd van zijn politieke rechten, die hij bij de amnestie van 1.1.1925 terugkreeg.
Hetzelfde jaar werd hij, dè specialist, andermaal minister van Financiën, zij het kortstondig. Nadien bleef hij als voorzitter van de financiële commissie van de Senaat op de Franse financiële politiek grote invloed uitoefenen. Caillaux bewerkte de val van de volksfrontregering-Blum.
Even voor de Tweede Wereldoorlog trok Caillaux zich uit de politiek terug.
Werken: Agadir, une politique d’extension (1919), Mes prisons (1921), Ma doctrine (1926), Mes mémoires (3 dln. 1947).
LITT. R. de Fleurien, J. Caillaux (1951); C.M. Chenu, Le procés de Mme Caillaux (1960).