[Fr.], v., het vervoer van personen en goederen te land, over water en door de lucht tussen twee plaatsen die in hetzelfde staatsgebied gelegen zijn.
Het woord houdt verband met het Spaanse woord cabo = kaap. Het oorspronkelijke, Spaanse begrip had alleen betrekking op de kustvaart van Franse havens aan de Atlantische kust naar Franse havens aan de Middellandse Zee om de Kaap van Gibraltar en de aanspraak op het monopolie van deze vaart voor Franse schepen.
Het recht van cabotage wordt in het algemeen aan eigen onderdanen voorbehouden, teneinde nationale vervoerders op binnenlandse vervoerstrajecten te beschermen tegen buitenlandse concurrentie. De mogelijkheid van het cabotage-voorbehoud wordt voor het luchtvervoer uitdrukkelijk geformuleerd in art. 7 van de Conventie van Chicago van 7.12.1944. Ten aanzien van het vervoer op internationale binnenwateren werd hetzelfde gesteld in de Conventie van Barcelona van 20.4.1921, alsmede in het Helsinki-ontwerp van de International Law Association van 1966 inzake het gebruik van internationale rivieren.
Ofschoon voor het kustvaarttransport en voor het wegvervoer het cabotage-voorbehoud nimmer in een multilateraal verdrag werd vastgelegd, wordt het in de praktijk veelvuldig door de staten gehanteerd. In bilaterale verdragen wordt voor de kustvaart het cabotage-voorbehoud in een aantal gevallen terzijde gesteld op basis van het reciprociteitsbeginsel, het beginsel van gelijke behandeling en meestbegunstiging. Ten aanzien van de Rijnvaart heeft zich na de Tweede Wereldoorlog een geschil voorgedaan tussen Nederland en de BRD, waarbij Nederland het standpunt innam dat op de Rijn cabotage-vrijheid zou moeten gelden, terwijl de BRD zich op het standpunt stelde dat op het Duitse gedeelte van de Rijn een cabotage-voorbehoud zou gelden (Zie Rijnvaart).
Bij de scheepvaart op internationale rivieren wordt onderscheid gemaakt tussen petit cabotage en grand cabotage. De eerste is de cabotage in de hier behandelde zin, terwijl onder grand cabotage verstaan wordt het transport tussen havens gelegen aan een zelfde internationale rivier, maar in verschillende oeverstaten. Ten aanzien van de grand cabotage kan het voorbehoud gemaakt worden dat slechts schepen van onderdanen der oeverstaten dit transport mogen uitoefenen.
LITT. A.Meyer, Le cabotage aérien (1948); H.H. Oeding, Der Rechtsbegriff der Kabotage im Schiffahrtsrecht (1951); H.W.Dengler, Die Cabotage im Rahmen der internat. Verkehrsfreiheit unter bes. Berücksichtigung der Rheinschiffahrt (1954); H. van der Hoeven, De Rijnvaart-akten en de cabotage (1956).