lord, Engels dichter, *22.1.1788 Londen, ♱19.4.1824 Missolonghi (Griekenland); van 1815-16 gehuwd met Anne Isabelle Milbanke. Zijn eerste jaren bracht Byron in Schotland door; in 1798 erfde hij van zijn oom de pairstitel met diens vermogen en het slot Newstead Abbey.
Byron studeerde te Cambridge, waar hij in lichaamsoefeningen uitmuntte, ondanks een aangeboren misvormde voet. Een weinig oorspronkelijke verzenbundel van hem, gepubliceerd onder de titel: Hours of idleness (1807) werd in de Edinburgh Review door H.Brougham op honende wijze afgekeurd, waarop Byron antwoordde met een hekeldicht: English bards and Scotch reviewers (1809).
Meerderjarig geworden, nam hij zitting in het Hogerhuis, maar ondernam in de zomer met enige vrienden een reis naar de landen aan de Middellandse Zee. De indrukken hierbij opgedaan, vindt men in Childe Harold’s pilgrimage, dat hem beroemd maakte.
De dichtvorm is de zgn. Spenserstrofe.
Hij trad in het Hogerhuis op tegen onderdrukking van volksbewegingen door de regering en tegen de achteruitzetting van de rooms-katholieken. Diep gekrenkt door de publieke opinie naar aanleiding van zijn mislukte huwelijk (men beschuldigde hem van omgang met zijn halfzuster Mrs.Leigh) verliet Byron in 1816 zijn land voorgoed.
Hij vestigde zich te Genève, waar hij zijn landgenoot, de dichter Shelley leerde kennen. Daarna ging hij naar Italië, leidde er een losbandig leven tot hij ziek werd.
Hij kwam in relatie met gravin Teresa Guiccioli, geboren Gamba, die zijn werklust deed herleven. In deze jaren (1818—23) heeft hij veel geschreven (o.a. Don Juan, onvoltooid; drama’s: Manfred, Sardanapalus, Werner, Marino Faliero). Zijn vrijheidsliefde bracht hem ertoe zich voor de Griekse vrijheidsstrijd in te zetten.
Met zijn vriend Trelawny en een afgerichte troep landde hij in jan. 1824 te Missolonghi, waar hij aan malaria overleed. Zijn lijk werd naar Engeland gebracht en begraven te Hucknall.Byrons werk is uiterst subjectief. Childe Harold en Don Juan, zijn beroemdste gedichten, vertonen sterke verschillen. In Childe Harold overheerst de ‘Weltschmerz’, in Don Juan geven, te midden van ernstige, heftige uitvallen, spot, sarcasme en levenslust de toon aan; de dichter wreekt zich over ondervonden bejegeningen door het leven en de toestanden in Engeland aan de kaak te stellen. Byron had en heeft een grotere faam op het continent dan in zijn eigen land. Uitgave: The works of lord Byron, door E.H.Coleridge en R.E.Prothero (13 dln. 1901-04).
LITT. P.Quennell, Byron, the years of fame (1935); E.F.Boyd, Byron’s Don Juan (1945); E.M.Butler, Byron and Goethe (1956); L.A.Marchand, Byron (3 dln. 1957); A.Rutherford, Byron, a critical study (1961); L.A.Marchand, Byron’s poetry (1965); R.Gleckner, Byron and the ruins of paradise (1967);Parker, Byron and his world (1968).