Brits politicus, 9.12.1902 Attock Serai (India). Butler studeerde geschiedenis en moderne talen.
Van 1929-65 zat Butler in het Lagerhuis als conservatief afgevaardigde. Van 1938-40 was hij onderstaatssecretaris van Buitenlandse Zaken onder Halifax.
Als minister van Onderwijs (1941—45) bracht Butler in 1944 een wet op het secundair onderwijs tot stand, die ook nu nog de basis is van het middelbare-schoolsysteem. Van 1945—51 reorganiseerde hij het conservatieve partijapparaat, waarbij het ‘new conservatism’, dat gematigde hervormingen voorstond, vorm kreeg.
In het tweede kabinet-Churchill, was Butler minister van Financiën (1951-56). In 1956 toonde hij zich een tegenstander van het Brits-Franse militaire optreden tegen Egypte.
Butler werd minister van Binnenlandse Zaken (1957—62), in 1959 voorzitter van de conservatieve partij, in het kabinet Home minister van Buitenlandse Zaken (1963-64). In 1965 kwam hij in het Hogerhuis als baron Butler of Saffron Walden.
Werken: The responsibilities of education (1969), The art of the impossible (autobiogr., 1971).
