in Nederland de beledigde partij.
In België kan hij die door een misdrijf schade geleden heeft, zijn eis tot schadeloosstelling zowel voor de burgerlijke rechter brengen als voor de strafrechtbank. In dit laatste geval treedt hij op, naast het OM (publieke partij) als burgerlijke partij tegen de verdachte, verweerder in het strafgeding. De stelling van de burgerlijke partij moet steeds uitdrukkelijk geschieden (art. 66 WSv), ofwel in handen van de onderzoeksrechter, ofwel bij het parket, ofwel door tussenkomst ter terechtzitting, tot aan de sluiting van de debatten (art. 67 WSv). De strafrechter kan enkel schadeloosstelling toekennen, indien hij de beklaagde schuldig oordeelt. Hij moet derhalve, in geval van vrijspraak, de eis afwijzen.