Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Bundelpijler

betekenis & definitie

m. (-s), pijler die uit een aantal dunne, tot een bundel verenigde zuiltjes bestaat.

De bundelpijler, als pijler waartegen zuilen, halve zuilen, colonetten en schalken geplaatst zijn, dient om de bogen uit verschillende richtingen te ondersteunen. Bundelpijlers kwamen ca.1200 in de gotiek in zwang en werden daarna regelmatig toegepast, m.n. in Engeland (soms met 14-16 schalken). In de late gotiek kreeg de bundelpijler een ruitvormige kern, bezet met schalken, en werd de omtrek vaak golvend.

< >