[Eng. buckskin, bokkehuid],
o., kaardwollen weefsel voor herenkostuums waarbij voor het patroon ook wel enkele zijden of andere draden worden gebruikt.
De ketting van bukskin bestaat gewoonlijk uit fijn, hardgedraaid garen, soms getwijnd; bij de goedkopere soorten uit katoenen garen. De inslag is kaardgaren. Het wordt op zgn. bukskingetouwen geweven. Na het vollen wordt de stof geruwd, gedroogd en geschoren, geborsteld en opgemaakt.