[Eng. to buffet, met de hand slaan], v. /m., een door het loslaten van de luchtstroming van de vleugel veroorzaakt schudden van het vliegtuig of delen daarvan.
Buffeting kan optreden, wanneer het vliegtuig de overtreksnelheid nadert. Vooral de horizontale staartvlakken (zie stabilo en hoogteroer) worden door de loslatende luchtstroming getroffen en gaan dan onder invloed van de daarbij optredende, wisselende krachten trillen (‘staartschudden’). De juiste plaatsing van de staartvlakken ten opzichte van de vleugel is dan ook van groot belang voor het vermijden van door buffeting veroorzaakte schadelijke gevolgen voor deze vlakken (vermoeidheidsbreuken). Buffeting kan zich ook voordoen bij het naderen van de geluidssnelheid en wel door de daarbij plaatselijk optredende schokgolven.
