Duits medicus en filosoof, *29. 3.1824 Darmstadt, ♱30.4.1899 Darmstadt. Büchner werd bekend als popularisator van natuurwetenschap en materialistische filosofie.
Als docent medicijnen in Tübingen publiceerde hij zijn geruchtmakend hoofdwerk Kraft und Stoff (1854), dat 20 herdrukken beleefde en in vele talen werd vertaald. Het boek kwam hem op ontslag te staan, waarna hij zich aan zijn voorlichtende publikaties voor een groot publiek wijdde.
Beroepsfilosofen verweet hij, dat ze de waarneming verwaarlozen ten gunste van het denken en zich veelal duister en onbegrijpelijk uiten. In aansluiting aan Moleschott poneerde hij, dat kracht en stof aan alle verschijnselen ten grondslag liggen.
In de grond zijn kracht en stof hetzelfde principe, vanuit verschillende kanten beschouwd. Daarbij is kracht op te vatten als stof-in-beweging.
Bewustzijn en denken zijn fysische toestanden van de hersenen, die tot deze zich bewegende stof zijn te herleiden: tussen geest en stof valt in feite geen onderscheid te maken. Büchner noemde zichzelf dan ook monist.
Deze gedachten waren de basis voor zijn atheïsme, zijn bestrijding van de religie en zijn deterministische verwerping van het bestaan van een vrije wil. Determinist was hij ook in sociale en politieke aangelegenheden, waarbij hij zich o.m. inzette voor een mildere beoordeling van de misdaad.
Onder vrijdenkers heeft zijn materialisme veel weerklank gevonden, dialectisch-materialisten echter verwierpen zijn visie op het kapitalisme, dat hij aanvaardde als een uiting van Darwins strijd-om-te-overleven. Werken: Kraft und Stoff (1854; Ned. vert. Kracht en stof, 1877), Natur und Geist (1857), Aus Natur und Wissenschaft (1862), Die Stellung des Menschen in der Natur (1869), Darwinismus und Sozialismus (1894).
LITT. J.Frauenstadt, Der Materialismus (1856); F. A.Lange, Geschichte des Materialismus (2 dln. 1866).