o., een oorspronkelijk Engelse richting in de architectuur, gebaseerd op theorieën en bouwwerken van A.Smithson en P.Smithson.
Het brutalisme, ontstaan in de jaren vijftig, ging in tegen de moderne-internationale stijl. Het eerste belangrijke bouwwerk is de Hunstanton School, Norfolk (1952—54), waar de materiaalkwaliteiten, in dit geval die van staal en baksteen, expressief tot esthetische kwaliteit werden verwerkt. Vanaf 1956 werd de term internationaal gebruikt en kreeg het brutalisme onder invloed van de vroege werken van Mies van der Rohe en de architectuur van Le Corbusier, zoals Ronchamp en zijn woonhuizen in Neuilly, de betekenis van het bouwen met oorspronkelijk, onbewerkt materiaal (béton brut) en het bewust zichtbaar laten van installaties en leidingen. De bedoeling was de zin voor de plastische ruimtewerking weer op te wekken door een - soms te nadrukkelijke - behandeling van de oppervlakte van het materiaal. Voorbeelden van brutalisme: kunst- en architectuurafdeling van de Yale-universiteit, New Haven, door Paul Rudolph (1961-63), het Istituto Marchiondi, Milaan (1957) en het werk van de Japanner Kenzo Tange.
LITT. J.Joedicke, New brutalism, Neuer Brutalismus in der Architektur (in: Bauen und Wohnen x I, 1964); R.Banham, Brutalismus in der Architektur (1966).