Ned. gemeente in de prov. Gelderland, op de Veluwe, aan de IJssel, 83,88 km2, 20180 inw.;
% n.h., 11,5 % r.k., 9 % overige en 22 % g. kerkg. Behalve Brummen behoren tot de gemeente de dorpen Eerbeek, Hall en Leuvenheim, benevens een aantal buurtschappen. De bodem bestaat uit oudere zanden op de hogere delen en uit rivierklei langs de IJssel. Ca. een vijfde wordt in beslag genomen door bos en heide, de cultuurgrond beslaat ruim 60 km2 (twee derde grasland, en een derde bouwland). Industrie vormt de belangrijkste bestaansbron; de belangrijkste zijn de papier- en papierwarenfabrieken te Eerbeek. De aanwezigheid van beken met zuiver water is destijds de aanleiding tot de vestiging geweest.
Voorts is er fijnmechanische industrie en machine-industrie. Het vreemdelingenverkeer is belangrijk door het natuurschoon van de oostelijke Veluwerand. De gemeente telt 2800 slaapplaatsen op kampeerbedrijven e.d. Er is een groot aantal, deels oude landgoederen waarvan enkele in gebruik zijn voor stichtingen of vakantiehuizen. Bezienswaardigheden: kasteel de Engelenburg (17e eeuw), Ned.-hervormde kerken te Hall en te Brummen. In Eerbeek is een Volkshogeschool.