Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Bruinvis

betekenis & definitie

m (-sen), walvissoort. De bruinvis (Phocaena phocaena) behoort tot de tandwalvissen en is de meest voorkomende walvisachtige (Zie walvissen) aan de Ned.-Belg. kust.

Met een maximumlengte van 1,85 m en een gewicht van 55 kg behoort de bruinvis tot de kleinste soorten onder de walvissen. Het dier wordt gekenmerkt door de stompe snuit en tanden die aan de uiteinden spatelvormig verbreed zijn; elke kaakhelft telt 2228 tanden.

Bruinvissen zijn viseters; zij bewonen betrekkelijk ondiep water van gematigde en koude zeeën van het noordelijk halfrond. Deze soort is ook gesignaleerd in de Oostzee en Zwarte Zee, en is nogal eens in grote rivieren aangetroffen.

Zij vormen scholen van 50-100 individuen. Zeevervuiling en intensieve visserij, waarbij bruinvissen in de netten geraken en door de vissers gedood worden, hebben tot een merkbare afname van de populaties in de Noordzee geleid.

Het vangen van bruinvissen in de Ned. en Belg. wateren is echter bij de wet verboden. Bruinvissen, die vaak in een eigen familie (Phocaenidae) geplaatst worden, zijn verwant aan de dolfijnen.

< >