Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Bruineren

betekenis & definitie

(bruineerde, heeft gebruineerd),

1. (ook: bruneren) bruin maken; bewerking van metalen voorwerpen, waardoor deze duurzaam met een laagje oxide worden overtrokken ;
2. (culinair) door verhitting aan een gerecht een bruine kleur geven, b.v. het aanbraden van vlees, het fruiten van uien: het bruineren van bloem, voor het maken van een roux.

Bruineren heeft als doel verfraaiing van het uiterlijk, alsook bescherming van het oppervlak tegen de inwerking van lucht en vocht. Er zijn vele methodes. Geelkoper wordt na blank schuren ingesmeerd met een brij van antimoniumsulfiet en spiritus of ammoniak, en daarna uitgeborsteld. Het chemisch gevormde kopersulfide vormt hier de donkere dekkende laag. Roodkoper wordt na blank schuren bedekt met een laagje roodaarde vermengd met een weinig potlood en daarna gehamerd of op een draaibank behandeld met een forceerstaal; het bruineersel wordt op deze wijze mechanisch in de poriën van het koper gedreven. Ook worden roodkoperen voorwerpen chemisch overtrokken met een laagje koper(I)oxide (koperoxiduul), door ze met verdund salpeterzuur te bestrijken en daarna zacht te verwarmen. Bruineren van staal: behandeling van ontvet staal met bruineermengsel, b.v. ijzer(III)chloride (ferrichloride) met antimoonchloride en alcohol.

< >