m./o. (-lenen),
1. lening van enige zaak aan iemand om niet, om na verloop van zekere tijd in natura teruggegeven te worden: een schilderij in bruikleen afstaan, het uitlenen ;
2. dat wat geleend is.
Zaken die door gebruik verloren gaan, vallen onder de overeenkomst verbruikleen en kunnen niet het onderwerp van deze overeenkomst zijn. De uitlener blijft eigenaar van de zaak, dezelfde zaak moet worden teruggegeven. Indien het geleende verloren gaat door een toeval dat de gebruiker had kunnen voorkomen door gebruik van zijn eigen zaak, of indien hij in geval slechts een van beide kon behouden, aan de zijne de voorrang heeft gegeven, is hij voor het verlies van de geleende zaak aansprakelijk. Indien een tijdstip voor teruggave is bepaald en de uitlener reeds eerder de zaak om dringende en onverwachts opkomende redenen zelf nodig heeft, kan de rechter de gebruiker bevelen, de zaak reeds dan terug te geven (artt. 1465, 1777 bruikleen 1790 Ned. BW; artt. 1875-1891 Belg. BW),