Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Bruid

betekenis & definitie

v. (-en),

1. meisje of vrouw die in ondertrouw is (ook nog tijdens de bruiloftsviering zo genoemd); zij is de bruid, in ondertrouw; het is een kranke bruid, gezegd van iets dat teer behandeld moet worden; met de bruid naar bed gaan, een onverwacht geluk krijgen dat eigenlijk voor een ander bestemd was; men kan wel dansen, al is het niet met de bruid, men kan wel tevreden zijn, al bereikt men niet het hoogste; de bruid heeft de kat niet gevoerd, zegt men als het op de bruiloft slecht weer is; zij is de koperen, zilveren, gouden bruid, viert de koperen, zilveren of gouden bruiloft;
2. in geestelijke opvatting: een bruid des hemels, van Christus, een non; de Kerk is Christus’ bruid.

< >