Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Bruant

betekenis & definitie

Aristide, Frans chansonnier, *6.5.1851 Courtenay, ♱ll.2.1925 Parijs. Bruant trad eerst op in Le Chat Noir, later in een eigen cabaret, Le Mirliton, dat een tijdlang grote opgang maakte.

Men kwam niet alleen om van zijn geestige, vaak heftige en bittere, maar toch niet zelden aandoenlijke chansons en monologues te genieten, men werd ook aangetrokken door de verschijning van de cabaretzanger (vereeuwigd op een affiche door Toulouse-Lautrec). Werken: Dans la rue (3 dln. 1889—1904), Chansons et monologues (1896—97), Sur la route (1897); feuilleton-romans: Les basfonds de Paris (1897-99), La loupiote (1909), Les amours de la pouliche (1911); drama: Coeur de Française (1912; met A.Bernède), L’argot au XXme siècle (1901).

LITT. A.Zévaès, A.Bruant (1943); W.Ibo, En nu de moraal van dit lied (1970).

< >