Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Browning, elizabeth

betekenis & definitie

geb. Barrett, Engels dichteres, *6.3.1806 Coxhoe Hall (Durham), ♱29.6.1861 Florence.

Door een val van haar paard kreeg ze op 14-jarige leeftijd letsel aan de ruggegraat en bleef ze jaren aan haar bed gekluisterd. Na in 1844 naam te hebben gemaakt als dichteres, kwam ze in 1846 in kennis met Robert Browning, wiens genegenheid haar geestelijk deed herleven (uitgebeeld in Sonnets from the Portuguese, 1847; met andere uitgegeven in 1850).

Ze ontvluchtte het vaderlijk huis en huwde in 1846. De Brownings trokken naar Italië (eerst naar Pisa, later naar Florence), waar de gezondheidstoestand van Browning sterk verbeterde en ze een harmonisch leven leidde.

Als dichteres is Browning warm en humanitair. Zeer veel van haar werk is verouderd, de tijd heeft zelfs aan haar belangrijkste werk geknaagd, de roman in versvorm Aurora Leigh (1860), waarin ze al haar denkbeelden op maatschappelijk en letterkundig gebied ten beste gaf en die lange tijd zeer werd bewonderd.

Uitgaven: Poetical works (1910), The unpublished letters of E.Barrett-Browning (1954).

LITT. F.G.Kenyon, Letters of E.Browning (2 dln. 1899); G.M.Merlette, La vie et l’oeuvre d’E.Browning (1906); O.Burden, The Browning’s (192829); J.C.Clarke, E.Browning (1929); D.Hewlett, E. Browning (1953); G.B.Taplin, The life of E.Browning (1957); A.Hayter, Mrs.Browning (1962).

< >