v., het bros-zijn, eigenschap van sommige materialen, hierin bestaande dat de breuksterkte eerder bereikt wordt dan de elasticiteitsgrens.
Een uit bros materiaal bestaand lichaam zal eerder breken dan een blijvende vormverandering ondergaan. In zeer veel gevallen speelt echter hierbij de tijd een rol. Een grote kracht kan, na korte tijd te hebben gewerkt, breuk veroorzaken zonder dat blijvende vormverandering plaats heeft, terwijl een kleine kracht die lang genoeg werkt wel een blijvende vormverandering ten gevolge kan hebben. In het laatste geval heeft vloeiing plaats; het lichaam gedraagt zich als een vloeistof met zeer grote, inwendige wrijving. Een voorbeeld hiervan is zegellak. Wordt tegen een staaf van deze stof een plotselinge, vrij harde slag gegeven, dan breekt zij, terwijl zij in horizontale stand aan één einde bevestigd, door de werking der zwaartekracht op den duur een willekeurig grote doorbuiging verkrijgt. Men onderzoekt materialen op brosheid door b.v. een valhamer van een bepaalde hoogte op een proefstuk te laten vallen.