Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Bronchorst (bronckhorst), everaerd van

betekenis & definitie

Ned. rechtsgeleerde, geb. 27.3.1554 Deventer, overl. 27.5.1627 Leiden. Van Bronchorst studeerde rechten, voornamelijk aan Duitse universiteiten.

Na zijn promotie te Bazel (1579) doceerde hij in Wittenberg en te Erfurt. In 1582 keerde hij terug naar Deventer, waarvandaan hij in 1587 voor de Spanjaarden naar Leiden vluchtte.

Aldaar was hij hoogleraar (15871621) als opvolger van Donellus. Zijn Leidse dagboek, dat loopt van 1591 -1627, is van groot belang voor de vroege geschiedenis van deze universiteit.

Hij is evenals Donellus de grondlegger van een traditie van juridisch onderwijs te Leiden. Werken: Methodus feudorum (1613), Tractatus de privilegiis studiosorum (1621), In titulum Digestorum de regulis iuris antiqui enarrationes (1624, met een buiten voorkennis van de auteur gepubliceerde eerste versie in 1607).

Uitgave: Diarium sive adversaria omnium quae gesta sunt in academia leydensi, door J. C.van Slee (1898).LITT. J.van Kuyk, E.Bronchorst (in: Nw. Ned. biogr. woordenboek I, 1911).

< >