o., gewoonte van enkele vogelgroepen om hun eieren door andere vogelsoorten te doen uitbroeden.
Broedparasitisme komt o.a. voor bij vele koekoeken, enkele wevervogels, honingspeurders, koevogels, en de eendesoort Heteronetta atricapilla uit Zuid-Amerika.
LITT. W.Makatsch, Der Brutparasitismus in der Vogelwelt (1955).