Max, Oostenrijks-Israëlitisch schrijver, *27. 5.1884 Praag, ♱20.12.1968 Tel Aviv. Brod maakte een eigenaardige ontwikkeling door: impressionistische en ook expressionistische kunst vindt men in zijn werken, maar ook de neerslag van latere litteraire stromingen.
Zeer omstreden is Brod als uitgever van het werk van F.Kafka, dat hij onder opoffering van zijn eigen werk uit handen van de Duitse bezetting redde. Hij zou Kafka teveel als een moderne profeet hebben gepropageerd.
In 1938 emigreerde hij naar Palestina, waar hij te Tel Aviv als adviseur van het Habimatheater werkzaam was. Werken: Tycho Brakes Weg zu Gott (1916), Heidentum, Christentum, Judentum (1921; essay), Rëubeni, Fürst der Juden (1925), Die Frau nach der man sich sehnt (1927); Heinrich Heine (1931), Novellen aus Böhmen (1936), Diesseits und Jenseits (1947; essay), Armer Cicero (1955), Mira (1958), Streitbares Leben (1960; autobiografie), Johannes Reuchlin (1965), Prager Sternenhimmel (1966); Über F.Kafka (1966; bundeling van al zijn Kafka-studies).
LITT. H.Gold, M.Brod (1969).
