Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Breda, Ned. gemeente in de prov. Noord-Brabant

betekenis & definitie

Breda, Ned. gemeente in de prov. Noord-Brabant - aan de Aa en de Mark, 60,55 km2 (zand en beekklei), 118000 inw.; 78 % r.k., 7 % n.h., 2 % geref., 5,5 % overige en 7,5 % g. kerkg. Tot de gemeente behoren de stad Breda en de ingebouwde dorpen Ginneken en Princenhage.

Breda heeft een verzorgende functie voor geheel westelijk Noord-Brabant en is zetel van een rooms-katholieke bisschop. Er zijn vele onderwijsinstellingen (middelbaar en hoger beroepsonderwijs); er zijn talrijke rijksdiensten en andere diensten en instellingen gevestigd.

De industrie is gevarieerd (o.a. metaal, machines, dranken, suiker). Er is een tuinbouwveiling.

Het centrum van de stad is de Grote Markt. Hieraan staat (met het koor) de Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk in Brabantse gotiek, uit de 15e eeuw.

In het kasteel (16e eeuw) is de Koninklijke Militaire Academie gevestigd. Verdere bezienswaardigheden zijn de Waterpoort of Spanjaardsgat (1610), het begijnhof (17e—18e eeuw), kasteel Bouvigne (17e eeuw).

Breda is een belangrijk cultuur- en uitgaanscentrum en het is een middelpunt van toerisme. De omgeving van de stad is rijk aan natuurschoon (Liesbos, Mastbos).

De gemeente breidt zich sterk uit, m.n. in noordelijke richting. GESCHIEDENIS. Breda ontwikkelde zich uit een nederzetting in de nabijheid van een burcht en wordt in 1125 of 1116 het eerst genoemd.

De naam Breda zou ontstaan zijn uit Brede A. Vóór 1252 schonk Hendrik van Breda het oudst bekende handvest aan de poorters.

Blijkens de inhoud had de stad toen reeds stadsrechten. Door het huwelijk van Johanna van Polanen, erfdochter van de Lek en Breda, op 1.8.1403 met Engelbert I, graaf van Nassau, kwamen stad en heerlijkheid aan de Nassau’s.Breda, dat in de middeleeuwen als markt en door zijn nijverheid economisch centrum van het omringende gebied was, nam nu nog in betekenis toe. Het hoogtepunt werd bereikt onder Hendrik van Nassau (1504-38). Een brand die in 1534 bijna de gehele stad verwoestte en een pestepidemie decimeerden de bevolking. Breda werd nu herbouwd. In 1567 vergaderde hier het Compromis van Breda. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568—1648) was Breda een belangrijke vesting, die herhaaldelijk van bezitter wisselde: in 1577 in staatsbezit, in 1581 in Spaans bezit. In 1590 vond de beroemde verovering plaats voor stadhouder prins Maurits (turfschip van Breda); in 1625 werd Breda heroverd na een beleg van elf maanden door Spinola en in 1637 definitief teruggewonnen door stadhouder Frederik Hendrik.
De Westfaalse Vrede (1648) bracht herstel van handel, nijverheid en scheepvaart. Om de hoge Maastollen te ontgaan werd de handel van Engeland en Holland naar Maastricht, Luik en Aken over Breda geleid, wat de stad groot voordeel bracht. In 1667 werd hier de Vrede van Breda gesloten. Breda verloor zijn betekenis als grensvesting door het »Barrièretractaat (1697). De handel verliep geheel door de verzanding van Mark en Dintel en na de eerste helft van de 18e eeuw was Breda een kwijnend provinciestadje geworden, waarbij een grote rol speelde dat Noord-Brabant »Generaliteitsland was. Na het uitsterven van de Oranjes in mannelijke lijn met prins Willem lIl in 1702, kwam Breda in 1732 aan de Friese stadhouder Willem (iv). Na de opzegging in 1781 door keizer »Jozef n van het Barrièretractaat werd Breda weer grensvesting. Na de Franse tijd (1795 — 1813) werd Breda een belangrijke garnizoensplaats (in 1828 werd er de Militaire Academie gevestigd) en op economisch gebied begon een opleving. Sinds 1853 is Breda een bisschopszetel. Van 1870-80 werd de stad ontmanteld. Breda werd nu het economisch centrum van de Baronie.
LITT. D.C.J.Mijnssen, Kroniek der stad Breda (1938); T.M.Roest van Limburg, Het kasteel van Breda (1940); A.Hallema, Breda vertelt van zijn bevrijding (1947); A.van Eek, De bonte historie van Breda (1947); F.F.X.Cerutti enz., Gesch. van Breda. De middeleeuwen (1952); H.F.J.M.van den Eerenbeemt (red.), Aspecten van het sociale leven in Breda na 1850 (1965); A.J.M.Beenakker, Breda in de eerste storm van de opstand 1545—69 (1971); Jaarboeken van de geschied- en oudheidk. kring van Stad en Land van Breda ‘De Oranjeboom’.

< >