Georges, Frans dichter-zanger en chansoncomponist, *22.10.1921 Sète. Brassens, tijdens de Tweede Wereldoorlog als dwangarbeider naar Berlijn getransporteerd, publiceerde na de bevrijding in het anarchistische blad Le Libertaire onder de pseudoniemen Gilles Corbeau en Pépin Cadavre.
Een mild-spottende, anarchistische levensinstelling spreekt uit zijn gehele oeuvre. In 1952 ontdekte Patachou zijn teksten, die ze als eerste op de plaat zong (J’ai rendez-vous avec vous, Les amoureux des bancs publics).
Daarna schreef Brassens jaarlijks een dozijn nieuwe chansons, altijd zeer persoonlijk en naar vorm nauw aansluitend bij de hoogste Franse poëtische tradities. In 1957 publiceerde hij zijn chansonteksten (La mauvaise réputation), te zamen met het surrealistische toneelstuk Les amoureux qui écrivent sur l’eau.
Ook speelde hij een hoofdrol in de film Porte des Lilas (1957) van René Clair. Brassens, de belangrijkste bard van het Franse chanson na 1945, ontving in 1967 als eerste chanson-dichter in de geschiedenis de Grand Prix de Poésie van de Académie Française.
Naast zijn eigen teksten heeft hij ook veel poëzie van anderen op muziek gezet: François Villon, Théodore de Banville, Louis Aragon, Paul Fort, Francis Jammes, Victor Hugo en Jean Richepin.
LITT. A. Bonnafé, G. Brassens (serie: Poètes d’aujourd’hui, 1964); A. Larue, Brassens ou la mauvaise herbe (1970); A. Sève, A. Sève interroge Georges Brassens (1976).