Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Brahms

betekenis & definitie

Johannes, Duits componist, *7.5.1833 Hamburg, †3.4.1897 Wenen. Brahms’ vader, die contrabassist was, gaf hem het eerste onderricht.

Vervolgens studeerde Brahms bij E. Marxsen.

Hij was reeds vroeg een briljant pianist. In 1853, na een tournee met de violist Remenyi, ontmoette hij de violist J. Joachim en bezocht hij de componist R. Schumann te Düsseldorf.

De laatste schreef toen een zeer lovend artikel (Neue Bahnen) over Brahms in het Neue Zeitschrift für Musik. Tot 1857 bleef Brahms in Düsseldorf en Bonn, in nauw contact met Clara Schumann.

Daarna werkte hij enige jaren als dirigent te Detmold en Hamburg en vanaf 1862 ook in Wenen, waar hij zich in 1863 vestigde. In 1872 werd hij er benoemd tot artistiek directeur van de Gesellschaft der Musikfreunde (tot 1875).

Grote concertreizen volgden naar o.a. Duitsland, Italië en Nederland (1881).Brahms was de belangrijkste classicistische componist van de tweede helft van de 19e eeuw. Met de melodische en harmonische middelen van de romantiek greep hij terug naar de vormopbouw van de klassieken Mozart, Haydn en Beethoven. Daarnaast paste hij een strenge, op J.S. Bach geënte polyfonie toe. Brahms’ composities zijn niet programmatisch, zoals die van Berlioz, Liszt en Wagner, maar zij zijn duidelijk als l’art pour l’art geconcipieerd.

Kenmerk
end in zijn stijl is een evenwicht tussen emotionele elegantie, noordelijke stroefheid en een zekere melancholie. Al zijn composities zijn hecht gestructureerd en getuigen van een zeer degelijke ordelijkheid, reden waarom zij vaak moeilijk en zwaarwichtig worden bevonden. Composities: koorwerken en liederen: Deutsches Requiem (1868), Alt-Rhapsodie (1869), Schicksalslied (1871); orkestwerken: 2 serenades (1858, 1860), 2 pianoconcerten (1858, 1881), Haydnvariaties (1873), 4 symfonieën (1876, 1877, 1883, 1885), vioolconcert (1878), Akademische Festouverture (1880), Tragische Ouverture (1881), concert voor viool, cello en orkest (1887); kamermuziek: sextetten, kwintetten, kwartetten, trio’s en sonates (o.a. voor viool, altviool, cello); klavierwerken: 3 sonates, vele variatiecycli (o.a. Händelvariaties, 1861), vele korte stukken, walsen voor piano, vierhandig.

LITT. M. Kalbeek, J. Brahms (4 dln. 1904-14); K. Geiringer, J. Brahms (1955); C.

Rostand, Brahms (2 dln., 1955-56); H. Gal, J. Brahms (1961).

< >