eigenlijk: David Robert Jones, Engels zanger (popmuziek) en filmacteur, *26.5. 1948 Brixton (Londen). Bowie zong vanaf 1963 in diverse groepen en maakte vanaf 1966 weinig opvallende platen.
Zijn eerste succes boekte hij in 1969 met het op de film 2001, A space odyssey, geïnspireerde Space oddity, waarna hij zich bij het Beckenham Arts Lab aan andere avantgardistische artistieke activiteiten ging wijden. Vervolgens zette Bowie zijn muzikale carrière voort, met als vaste begeleiders The Spiders from Mars: Mick Ronson (gitaar), Trevor Bolder (bas) en Woody Woodmansey (drums).
De uiterst persoonlijke muziek van Bowie, die meestal zijn eigen repertoire, doorspekt met vlagen Science fiction, horror, gewelddadigheid en seksuele decadentie, verzorgde, en zijn extravagante optreden in de theatrale traditie van het Grand Guignol, hebben in sterke mate het gezicht van de popmuziek uit het begin van de jaren zeventig bepaald. Net als bij collega’s Alice Cooper en Iggy Stooges speelde een uitzinnig uitgedoste koketterie met biseksuele gevoelens een grote rol bij de geweldige aantrekkingskracht van Bowies spektakels, die overigens niet van zijn muziek te scheiden zijn.
In 1976 startte hij een filmcarrière. Singles: Love you till tuesday (1966), Rubber band (1967), Space oddity (1969), Rebel, rebel (1973),Rock ‘n’roll Suicide (1974) ,Fame (1975), Golden Years (1975); LP’S: the man who sold the World (1970),HunkyDory (1971), The rise and fall of Ziggy Stardust and the Spiders from Mars (1972), Aladdin Sane, pin ups (1973), Station to station (1976); film: The man who fell to earth (1976; regie: Nicolas Roeg).
