1. aan de oppervlakte van het water komen: de drenkeling is tweemaal bovengekomen;
2. op een hogere verdieping komen: laat meneer bovenkomen; (scheepsterm) aan dek komen;
3. (bij een worsteling) boven iemand op de grond komen te liggen;
4. (van gezindheden) in iemand opwellen, in zijn bewustzijn komen: de oude haatgevoelens kwamen weer boven.