Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Boussole

betekenis & definitie

[Fr.], v./m. (-s), landmeetkundig instrument voor het meten van azimuts, bestaande uit een doos die om een verticale as kan draaien waarin een magneetnaald op een stift rust.

Onder invloed van het magnetisch veld van de aarde wijst de naald van de boussole in één bepaalde richting. Op de bovenrand van de doos is een graadverdeling aangebracht. Aan de doos is een kijker verbonden, die draaibaar is om een horizontale as. Richt men de kijker op een punt, waarvan men het azimut wenst te meten, dan geeft de aflezing van de magneetnaald de gevraagde hoek ten opzichte van het magnetische noorden. Door het aanbrengen van een correctie kan uit het magnetisch azimut het geodetisch of het astronomisch azimut worden berekend. Voor nauwkeurige metingen is de boussole ongeschikt wegens de veranderlijkheid van de stand van de magneetnaald. Het instrument wordt in Nederland dan ook nagenoeg niet gebruikt.

Litt. W. Schermerhorn en H.J. v. Steenis, Leerboek der landmeetkunde (1964).

< >