Belg. componist, *29.5. 1890 Brussel, ♱11.4.1961 Brussel. De Bourguignon, leerling van Tinel, de Greef en Gilson, maakte in de jaren 1916—25 als pianist grote concertreizen.
Hij was leraar aan het conservatorium te Brussel (tot 1955) en medewerker aan de Musical Courier (New York) en aan de Revue Musicale Belge. De Bourguignon was een zeer eclectische geest, die verbinding zocht tussen het traditionele en de vooruitstrevende richtingen.
Composities: Symfonie, de symfonische gedichten Prélude en dans (1929), Volksfeest (1929), De lof der zotheid (1934), Nachtvogels (1936); Concerto grosso (1949) ; dramatisch werk: La mort d’Orphée (ballet, 1928), Le mauvais pari (eenakter, 1937) en toneelmuziek voor de Alchimist van Ben Jonson; twee radiospelen en filmmuziek; kamermuziek; suite En Floride (1927); liederen; oratorium La nuit (1945).
Litt.A. Vandernoot, F. de Bourguignon (z.j.).