[Fr.] (bouchardeerde, heeft gebouchardeerd), een manier om de in het zicht blijvende vlakken van natuursteen een ruw oppervlak te geven.
Door boucharderen, een bewerking met een puntijzer en bouchardhamer, ontstaat een ruw en korrelig oppervlak.
Frijnen en de kathedraalslag, eveneens bewerkingen van de vlakken van natuursteen, gebeuren met een cesseel, een ca. 50 mm brede stalen beitel. Bij het frijnen worden hiermee groefjes in de oppervlakken geslagen, bij de kathedraalslag vierkantjes ter grootte van de cesseelbreedte.