(tot 1966: Beetsjoeanaland), republiek in zuidelijk Afrika, 568460 km2, 630000 inw. Hoofdstad: Gaberones.
FYSISCHE GESTELDHEID
Reliëf en afwatering. Botswana ligt in de grote synclinale van het zuidelijk deel van het Afrikaanse Schild, het Kalaharibekken. Dit is sinds het Precambrium opgevuld, daaroverheen ligt een laag zandige sedimenten van tertiaire tot recente oorsprong. Dit zgn. Kalaharizand, waar hier en daar wat oudere formaties bovenuit steken, bedekt het overgrote deel van het land met uitzondering van het oostelijk deel. Botswana wordt gekarakteriseerd door een zacht golvend plateaulandschap, dat ca. 900-1200 m boven de zeespiegel ligt.
In het meer heuvelachtige oosten komt het gesteente van het oude voetstuk (o.a. graniet) over grote oppervlakten te voorschijn. Er worden belangrijke ertsen in aangetroffen. Er zijn drie afwateringssystemen:
1. De Limpopo met zijn zijrivieren. Een deel van deze rivier stroomt binnen de grenzen van Botswana. De loop van de Limpopo is door de bouw van dammen in ZuidAfrika sterk veranderd. Het water stroomt uiteindelijk naar de Indische Oceaan.
2. De Okavango. Deze ontspringt in Angola, stroomt door de Caprivi Strook en mondt uit in de moerassige delta en het ten zuiden daarvan gelegen Ngami Meer. In het regenseizoen worden de deltagronden overstroomd; het water komt dan vanuit de moerassen via de Botletle naar het Xau Meer en naar de Makgadikgadi Pannen. Het overgrote deel van dit water gaat door evapotranspiratie verloren. De Okavangomoerassen (10400 km2) hebben het gehele jaar water.
3. De Molopo en de Nossop. Het zuidelijk deel van de Kalahariwoestijn watert af op deze rivieren. Wanneer er voldoende water is, stromen zij via de Oranje Rivier naar de Atlantische Oceaan. De Nossop en de Molopo zijn, evenals een deel van de Limpopo, de natuurlijke grenzen met ZuidAfrika. In Botswana zijn grote grondwaterreserves. Hiervan wordt weinig benut.
Klimaat. Botswana ligt in de tropische en in de subtropische zone. Er is een droogteklimaat. In de korte regentijd van dec.-begin april vallen er met onregelmatige tussenpozen buien. De gemiddelde jaarlijkse neerslag neemt van het zuidwesten naar het noordoosten toe; in het noorden komt 650 mm voor. De temperatuur bedraagt 27 °C in de winter en 30—35 °C in de zomer; van mei-sept. is het winter in Botswana.
Flora.
De Kalahariwoestijn bestaat uit een zgn. doornsavanne, die naar het noorden overgaat in een bossavanne; ook in het oosten komt deze vegetatievorm voor. De zoetwater- en moerasvegetatie in de Okavangodelta wordt afgewisseld met grasland en bomen op de hogergelegen gedeelten. In het uiterste noorden komen bossen voor waarvan de bomen hun blad verliezen. Een bruikbare boom is hier o.a. de Rhodesische ‘teak’.
BEVOLKING
Algemeen. Het grootste deel van de bevolking behoort tot de Tswanastammen (Bantoes). Een minderheid behoort tot de Herero. In de Taticoncessie wonen de Kalaka en Kurutshe. In de Kalahari wonen de Bosjesmannen; zij zijn nomaden. De belangrijkste Bantoestammen zijn: Mangwato (216000), Kwena (65000) en Ngwaketse (71000).
In totaal zijn er 454000 Bantoes. Er zijn ca. 4000 Europeanen.
Geboortecijfer 44 %o, sterftecijfer 22 %o; de gemiddelde jaarlijkse toename is 2,7 %.
In het oostelijke, meest ontwikkelde gedeelte van Botswana, woont 80 % van de bevolking. De bevolkingsdichtheid van het gehele land is ca. 1 per km2. Er wonen 35000 mannen min of meer permanent als werkkracht in Zuid-Afrika en Rhodesië. De belangrijkste plaatsen zijn: Selebi-Pikwe (27000 inw.), Francistown (20000), Gaberones (18000), Serowe (16000), Lobatse (13000) en Mahalapye (12000). Van de bevolking woont 30 % in steden en dorpen.
Godsdienst. Het overgrote deel van de bevolking belijdt de traditionele natuurgodsdienst. Er zijn ca. 50000 christenen.
Taal.
De officiële voertaal is Engels; de omgangstaal is Setswana.
Ontwikkelingssituatie.
Er zijn 11 ziekenhuizen, 14 gezondheidscentra en bijna 200 medische centra; het aantal artsen bedraagt 42 (1973). Communicatie. Er zijn 39 postkantoren en 42 postagentschappen. Vijfmaal per week verschijnt de Daily News, een overheidskrant die in het Engels en het Setswana uitkomt. Gaberones heeft een regeringsradiozender.
ECONOMIE
Algemeen. Tot de onafhankelijkheid steunde de economie vrijwel geheel op de traditionele veeteelt; tekorten werden gecompenseerd door Groot-Brittannië. Dit land verhoogde na 1966 de financiële steun. Van de beroepsbevolking is 80 % nog in de veeteelt werkzaam. Het bruto nationaal produkt per hoofd bedraagt $100 per jaar.
Landbouw. In Botswana bestaan drie typen grondeigendom.
Volgens schattingen is slechts 5000 km2 in gebruik, terwijl nog 130000 km2 ontgonnen zou kunnen worden. Opbrengsten zijn niet te voorspellen door de onregelmatige regenval. In hoofdzaak worden voedingsgewassen verbouwd. In de stamgebieden zijn dit sorghum, maïs, gerst, bonen en cowpeas. Deze produktie is voldoende voor eigen gebruik, uitgezonderd in perioden van droogte. Tot de handelsgewassen op de freeholds behoren katoen, grondnoten en zonnebloemzaden.
Veeteelt. Botswana heeft een grote verscheidenheid aan vee. Uitgestrekte gebieden zijn geschikt voor extensieve beweiding. Het overbrengen van slachtvee is echter een groot probleem. Het abattoir en de vleesfabriek in Lobatse zijn van grote economische betekenis. Export van vlees en vleesprodukten bedraagt 75 % van de totale uitvoer.
Doordat grote kudden een statussymbool zijn, wordt een doelmatige exploitatie vaak belemmerd. Er zijn 2,1 mln. runderen, 1 mln. geiten en 400000 schapen. Visserij. Jaarlijks wordt 200 t vis gevangen in de Okavangodelta, in de Chobe, en in het Ngami Meer. Bijna alle vis wordt uitgevoerd.
Energie.
Grote afstanden en gebrek aan water zijn oorzaak van hoge exploitatiekosten van elektrische energie. Er zijn centrales bij vier steden. Mijnbouw. Bij Orapa (230 km ten westen van Francistown) is sinds 1971 de op één na de grootste diamantader van de wereld in (dagbouw-)produktie. De mijn is voor 85 % eigendom van een AngloAmerikaanse groep en voor 15 % van de regering van Botswana. In 1974 bedroeg de produktie 4 mln. karaat; er zijn reserves voor ca. 30 jaar.
Inmiddels is een tweede, kleinere mijn in exploitatie genomen. Sinds 1973 delft men koper en nikkel in het gebied van Selebi-Pikwe; de aanwezige reserves bedragen 44 mln. t. Steenkool wordt in dagbouw gedolven in Morupule nabij Serowe. Tot de overige delfstoffen behoren mangaan en asbest.
Handel. Tot 1968 was de import driemaal zo hoog als de export. Dit verandert nu steeds meer delfstoffen worden uitgevoerd. Het tekort op de betalingsbalans wordt aangevuld door deviezen, afkomstig van arbeiders in het buitenland en door ontwikkelingshulp . Verkeer. Het wegennet is nog weinig ontwikkeld; er zijn 938 km hoofdwegen, waarvan slechts 70 km is geasfalteerd. Dit is de weg Gaberones—Lobatse.
Van groot economisch belang is de spoorlijn van Kaapstad naar Salisbury, die door Oost-Botswana loopt. Er zijn twee vliegvelden; het vliegveld van de hoofdstad is opgenomen in het internationale luchtnet.
Toerisme.
Het land met zijn rijke flora en fauna (15 % van het landoppervlak is tot wildreservaat of nationaal park verklaard) leent zich bij uitstek voor toerisme. De regering stimuleert dit door o.a. de hotelaccommodatie te verbeteren.
STAATSINRICHTING
Bestuur. De uitvoerende macht berust bij de president en de ministerraad, die verantwoording schuldig zijn aan de Nationale Vergadering. Deze bestaat uit 36 leden: 32 van hen worden gekozen bij algemene verkiezingen, vier leden worden aangesteld door de president. Het House of Chiefs adviseert de regering en bestaat uit acht stamhoofden en vier substamhoofden. President is sir Seretse Khama, oudchief van de Mangwatostam. Het land is verdeeld in stamgebieden, waar de chiefs de stamwetten handhaven. Er zijn twaalf administratieve districten.
Rechtspraak.
Deze omvat de Hoge Raad van Botswana, het Hooggerechtshof en lagere of Afrikaanse rechtbanken.
De politiemacht bestaat uit 1260 man.
Onderwijs.
Er zijn 308 scholen voor lager onderwijs, 25 voor voortgezet onderwijs, 3 kweekscholen, 25 voor beroepsonderwijs; er is een universiteit. Op buitenlandse scholen volgen ruim 250 leerlingen tertiair onderwijs. Volgens de VN is 80 % van de bevolking analfabeet.
Munt.
De munt is de Zuidafrikaanse Rand. 1 Rand = f2,68 = BF36. In 1976 werd een nieuwe munt ingesteld.
Defensie.
Botswana heeft geen leger.
GESCHIEDENIS
Beetsjoeanaland werd sinds het midden van de 18e eeuw vanuit de Kaapkolonie geëxploreerd. In 1821 stichtte de London Missionary Society de zendingspost Koeroeman, die beroemd is geworden door de werkzaamheid van Moffat en Livingstone. Om de toenemende invloed van Boeren en Duitsers in te dammen, bezetten de Engelsen in 1884 het land en maakten het in 1885 tot een Engels protectoraat. Het bleef echter buiten de in 1910 gevormde Zuidafrikaanse Unie. In 1922 werd een smalle strook land van vm. Duits Zuidwest-Afrika tot de Zambesi bij het protectoraat gevoegd.
Zuid-Afrika trachtte na 1924 inlijving van het protectoraat te verkrijgen. De Britse regering wenste echter alleen tot overdracht aan de Unie over te gaan na raadpleging van de bevolking. Deze wilde van opneming in de Unie niets weten. Tot 1964 leidde de Britse ambassadeur in Zuid-Afrika als Hoge Commissaris het bestuur. Engeland heerste door de zgn. indirect rule, die veel bevoegdheden liet aan de inlandse hoofden, maar op juridisch, sociaal en economisch gebied een moderne ontwikkeling niet bevorderde. Op 1.3. 1965 werden de eerste wetgevende verkiezingen volgens algemeen stemrecht gehouden.
Seretse Khama, die het hoofd was van de belangrijkste stam, de Mangwato, behaalde 28 van de 31 zetels met zijn in 1962 opgerichte Bechuanaland Democratie Party. De partij behield haar grote overwicht bij verkiezingen in latere jaren. Beetsjoeanaland verkreeg in 1965 interne autonomie; op 30.9.1966 werd het onafhankelijk en heet vanaf die tijd Botswana. Khama werd de eerste president en tevens premier.
De buitenlandse politiek van Botswana is gericht op een groeiende onafhankelijkheid ten opzichte van de vooral economische invloed van Zuid-Afrika, tevens op een versterking van de banden met de rest van zwart Afrika.
LITT. E.S.Munger, Bechuanaland (1965); R.P. Stevens, Lesotho, Botswana and Swaziland (1967); Kon. Instituut voor de Tropen, Landendocumentatie nr. 166: Botswana (1973); A.Sillery, Botswana, a short political history (1974); J.I.Clarke (red.), An advanced geography of Africa (1975); Africa South of the Sahara, Europe yearbook (1975).