pseud.: Batavus en Vrijhart, Ned. patriot en schrijver, *7.9.1746 Deventer, ♱ 22. 11.1803 Scheveningen. Bosch, predikant te Diemen, moest in 1787 bij de komst van de Pruisen uitwijken.
In 1795 was hij voorzitter van de municipaliteit te Zaandam en in 1796 lid van de Nationale Vergadering. Hij trad sterk op de voorgrond als lid van de commissie-Hahn, die de oude schulden moest regelen.
In 1798 werd hij gevangengezet en ontslagen. Hij stierf in de grootste armoede.
Bosch schreef proza en poëzie. Werken: poëzie: Lijkzang op Bellamy (1786), Triomflied op de Nationale Conventie (1795); spectatoriale geschriften: De menschenvriend (met M.Nieuwenhuizen), De godsdienstvriend (met Van Hamelsveld; 1788—98), De leerzame praatal (1790—92), De burger politieke blixem (1800).