o., vakonderwijs, middelbaar en hoger beroepsonderwijs, en wetenschappelijk onderwijs in de bosbouw.
In Nederland wordt wetenschappelijk bosbouwonderwijs gegeven aan de Landbouwhogeschool te Wageningen. Het behalen van het doctoraalexamen (na vijf tot zeven jaar studie) in de landbouwwetenschappen geeft recht op de titel ingenieur (ir.) met nadere aanduiding van de studierichting. Men kan zich richten op een houtteeltkundige, een technische of een sociaal-economische oriëntatie of zich meer algemeen bosbouwkundig oriënteren. Daarnaast is er specialisatie mogelijk gericht op de gematigde luchtstreken of de (sub-)tropen. De studie leidt op voor houtvester of onderzoeker en voor staffuncties bij organisaties die bos en natuurterreinen beheren of bij houtverwerkende bedrijven.
Het hoger en middelbaar bosbouwonderwijs wordt gegeven aan de Hogere en Middelbare Bosbouw en Cultuurtechnische School (HBCS) te Arnhem. De Hogere School heeft een studieduur van vier jaar en leidt op voor beroepen op hoger middelbaar niveau in de bosbouw en aanverwante gebieden en voor rentmeester. Het diploma geeft recht op de titel ingenieur (ing.). De studie aan de Middelbare School duurt drie jaar en leidt op voor middelbare rangen bij het bosbeheer. Ook aan de HBCS kan men zich op verschillende facetten van de bosbouw en verwante gebieden richten.
De Bosbouwtechnische school te Apeldoorn (school voor lager vakonderwijs in de bosbouw) leidt in aansluiting op het basisonderwijs in vier jaar tijd op tot bosarbeider. Daarna volgt gedurende twee of drie jaar opname in het Leerlingenstelsel voor de Bosbouw. De Praktijkschool voor Bosbouw en Cultuurtechniek te Arnhem verzorgt, o.a. op het gebied van de bosbouw, gespecialiseerde arbeidstechnische cursussen van een tot zes weken. Het doel is scholing in rationele arbeidsmethoden voor personen werkzaam in de bosbouw, studenten en leerlingen van bosbouwscholen. Tevens geeft de school onderricht in het kader van het Leerlingenstelsel. De Nederlandse Houtacademie te Renkum verzorgt schriftelijke cursussen op het gebied van bomen, bossen, hout en houtprodukten en wel vooral gericht op de toepassing van hout.
In België wordt bosbouwonderwijs op academisch niveau gegeven aan de Rijksuniversiteit te Gent, de franstalige afdeling van de Universiteit te Leuven en aan de Faculté Agronomique de l’État te Gembloers. De studieduur bedraagt vijf jaar, verdeeld over twee kandidaatsj aren en drie ingenieursjaren. Te Gent moet de student bij de aanvang van het eerste ingenieursjaar kiezen voor één van de vier studierichtingen: bosbouw, tropische bosbouw, natuurbeheer en houttechnologie. Bosbouwonderwijs op middelbaar en technisch niveau wordt gegeven op enkele niet gespecialiseerde technische scholen. Door het Bestuur van Waters en Bossen wordt naar gelang de behoeften een regionale tweejaarlijkse lessencyclus ingericht. Het onderwijs is hierbij volledig afgestemd op de door Waters en Bossen geëiste beroepskwalificatie en wordt door staatshoutvesters gegeven. Het verleende getuigschrift geeft toegang tot het vergelijkend examen voor boswachter (staatsbos) of tot een aanstelling als boswachter in bossen van gemeenten, openbare instellingen en privé-personen.
