o. (-vliezen), pleura, het weivlies dat de long (viscerale blad), de binnenkant van de borstwand en de bovenzijde van het middenrif (pariëtale blad) bekleedt.
Tussen het viscerale blad en het pariëtale blad van het borstvlies, die op de plaats waar de vaten en luchtwegen de long binnenkomen in elkaar overgaan, is slechts een zeer smalle spieetvormige ruimte aanwezig, de long- of pleuraholte. De beide bladen van het weivlies hebben een glad, vochtig oppervlak, waardoor zij gemakkelijk langs elkaar kunnen glijden. Dit geeft de long een grote beweeglijkheid, dat van belang is bij de ademhaling.