m. (-pen),
1. op de borst gedragen lap, als sieraad of ter opvulling of verwarming dienende; ook als bescherming (bij het schermen), plastron; (bijbels) borstsieraad van de hogepriester bij de Israëlieten; fig. (gemeenzaam) je bent mijn borstlap, lieveling; (scherts.) verwarmende drank; het is maar een borstlap, iets gerings;
2. houten beschoeiing van de scheepshuid;
3. (ook: doorregen lap), vleeslap uit de borstpartijen van het rund, geschikt voor bereiding van rollade of pekelvlees.