Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-06-2019

Borough

betekenis & definitie

[Eng.], m. (-s), oude ben. voor bepaalde bevolkingsagglomeraties in Engeland.

De boroughs vormen die bevolkingsagglomeraties in Engeland die door hun economische bedrijvigheid en door het verkrijgen van bepaalde economische, juridische en bestuurlijke privileges in de loop der eeuwen de status van stad verwierven. De boroughs hebben een enigszins andere ontwikkeling doorgemaakt dan de op soortgelijke wijze ontstane steden op het Europese continent. Veelal zijn het oorspronkelijk burchten geweest, opgericht in de 9e—11e eeuw tegen de invallen van Denen en Noormannen. Later ontwikkelden zij zich tot kleine handelssteden, tevens bestuurscentra der graafschappen (shires). Tussen de 11e en 13e eeuw verwierven zij zulke uitgebreide privileges, dat zij in feite autonoom werden op het gebied van intern bestuur, fiscaliteit en rechtspraak; maar vrije steden werden zij niet. In tegenstelling tot de Europese steden, die het centrale gezag grote moeilijkheden bezorgden, bleven de boroughs onder streng staatstoezicht.

Sinds de late middeleeuwen hadden in de boroughs oligarchieën de gehele macht in handen (burgesses). Tevens kreeg de borough afvaardiging in het Lagerhuis, hetgeen later tot wantoestanden leidde (zie rotten boroughs). De Reform Bill van 1832 hief de vertegenwoordiging op, waarna de Municipal Corporation Act van 1835 en 82, en de Local Government Act van 1888 de overgang van borough naar moderne gemeente brachten.

LITT. J.H.Warren, The English local government system (7e dr. 1963).

< >