o., zwak zuur van boor.
Boorzuur, H3B03 of B(OH)3, is vluchtig met waterdamp; het anhydride B203 echter niet. Boorzuur destilleert gemakkelijk met methylalcohol over door de vorming van een boorzure methylester. In de analytische scheikunde maakt men hiervan gebruik om boorzuur van kiezelzuur en andere verbindingen te scheiden. Ook met glycerol en andere hoogwaardige alcoholen verenigt boorzuur zich bij gewone temperatuur tot sterk geïoniseerde complexe zuren. Boorzuur kristalliseert in blaadjes met een vetachtige glans, die in koud water moeilijk oplosbaar zijn. Bij verwarming aan de lucht verliest boorzuur een molecule water en gaat daarbij over in metaboorzuur, HB0
2. Boorzuur vindt toepassing voor de bereiding van andere boorverbindingen, als conserveringsmiddel voor voedings- en genotmiddelen en in cosmetica; bovendien wordt boorzuur gebruikt in antiseptica (boorwater en boorzalf, waarvan het nut echter niet opweegt tegen de gevaren die door de bereidingen worden veroorzaakt) .