v./m. (-en), vogelsoort behorend tot de familie van de valken.
De groep van boomvalken, omvat zeven soorten. De boomvalk, Falco subbuteo, is een kleine valk met leikleurige bovendelen, een witte keel en zijhals, onderbroken door een zwarte baardstreep, sterk overlangs gestreepte onderdelen en een kastanjebruine broek en onderstaart. Hij lijkt in de vlucht op een forse gierzwaluw en is een zeer behendige vlieger, die zich voedt met allerlei vogels en grote insekten, die hij in de lucht vangt. De boomvalk is een broedvogel in Europa, Noordwest-Afrika en Azië. Europese en Westaziatische vertegenwoordigers overwinteren in tropisch Afrika ten zuiden van de evenaar. In Nederland en België is hij een schaarse broedvogel.
LITT. L. Brown en D. Amadon, Eagles, hawks and falcons of the world (1968).
