Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-05-2019

Bonn (duitsland)

betekenis & definitie

hoofdstad van de BRD, in de deelstaat Noordrijn-Westfalen, aan de linkeroever van de Rijn, aan het begin van de Benedenrijnse Laagvlakte, ca. 277000 inw. De stad, die tijdens de Tweede Wereldoorlog voor eenderde verwoest werd, is uitgebreid met grote wooncomplexen en het in zakelijk moderne stijl opgetrokken Bundeshaus.

Van de oude stad moeten worden genoemd de mooie romaanse Münsterkerk en het Beethovenhaus, het geboortehuis van L.van Beethoven, dat als museum werd ingericht.Behalve bestuurscentrum is Bonn van oudsher universiteitsstad (16000 studenten). Er is ook een landbouwhogeschool. De industrie, die voornamelijk aan de rand van de stad is gevestigd, omvat machines, aluminium, schrijfbehoeften, kantoormeubels en aardewerk.

Belangrijker dan de industrie is de administratieve functie van Bonn, die 56 % van de beroepsbevolking werk geeft. Bonn is de zetel van de bondspresident, de Bondsdag, de regering en de ministeries van de BRD. Verder zijn er o.a. ambassades en vertegenwoordigingen.

Bonn heeft een Rijnhaven en een vliegveld. Paleis Schaumburg is residentie van de bondskanselier. In 1969 werd Bad -»-Godesberg bij de gemeente Bonn gevoegd.

GESCHIEDENIS. Bonn, van Keltische oorsprong, werd een Romeinse vesting in het verdedigingsstelsel langs de Rijn. Van 1273 -1794 was het residentie van de Keulse keurvorsten; het fungeerde in 1672 als Franse invalsbasis ten opzichte van de Noordelijke Nederlanden, maar werd in 1673 bij verrassing ingenomen door Willem in. Bonn werd in 1814 Pruisisch. In 1949 werd Bonn de hoofdstad van de nieuw gevormde BRD.

LITT. J.Niessen, Geschichte der Stadt Bonn (1956-62).

< >