Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-06-2019

Bonger

betekenis & definitie

Willem Adriaan, Ned. criminoloog, *16. 9.1876 Amsterdam, ♱ (zelfm.) 15.5.1940 Amsterdam. Bonger promoveerde in 1905 aan de universiteit van Amsterdam op Criminalité et conditions économiques.

In 1922 werd hij in Amsterdam de eerste Ned. hoogleraar in de sociologie en de criminologie. Hij was o.a. redacteur van de Socialistische Gids, het maandblad van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP). Bonger verwierf zich internationale bekendheid met zijn economisch-deterministische studies over de criminaliteit, waarbij hij het kapitalistische stelsel als hoofdzaak van veel maatschappelijk onheil en vooral van de misdadigheid zag.

Ook zijn theorie betreffende de relatie van geloof en misdaad werd internationaal bekend. In recente tijd neemt de belangstelling voor Bonger in de criminologie weer toe.

Hij was in de jaren dertig een geëngageerd bestrijder van het nationaal-socialisme; in 1940 zag hij de politieke toestand als zo uitzichtloos dat hij vrijwillig de dood verkoos. Werken: Geloof en ongeloof in Nederland (1911), Geloof en misdaad (1917), Over de evolutie der moraliteit (1922), Inleiding tot de criminologie (1932, naoorlogse herdrukken herzien door G.T.Kempe), Problemen der democratie (1936), Verspreide geschriften (1950, biogr. en bibl.).

LITT. I.Taylor, P.Walton en Y.Young, The new criminology (1973).

< >