[Gr. bolos, aardkluit], m.,
1. fijne kleiaarde, die ijzeroxide bevat en vettig aanvoelt; witte wit, bijna reuk- en smaakloos poeder, hoofdzakelijk waterhoudend aluminiumsilicaat, wordt in de farmacie gebruikt;
2. (-sen), grote brok of pil van conserven, poeders met stroop, als geneesmiddel gebruikt, vooral bij dieren;
3. plat rond gebak, bestaande uit meel, snippers sukade en stroop;
4. (gemeenz.) billen, van kleine kinderen gezegd;
5. (euf.) menselijke fecaliën.
Bolus is door ijzeroxiden vaak rood of geel gekleurd en wordt gebruikt voor de vervaardiging van waterverf en rood krijt, als polijstmateriaal, voor het maken van pijpekoppen en andere aardewerk voorwerpen. Terra sigillata behoort ook hiertoe. Bruine bolus is een verfstof die gebrand de terra di Siena oplevert.