[Slavisch, godsvriend?], m. (-en), aanhanger van de sekte der bogomielen. .. De bogomielen waren leden van een dualistische sekte in Thracië, Macedonië en Bulgarije. Een zekere Basileios heeft begin 12e eeuw veel gedaan voor de bevestiging en uitbreiding van de sekte, waardoor zij vele leden telde, zelfs aan het Byzantijnse hof. Door een list wist keizer Alexios I Komnenos hen over te halen hun geheime leer openbaar te maken. Dit gaf aanleiding tot een bloedige vervolging: Basileios stierf op de brandstapel. Die mededelingen liggen ten grondslag aan de voorlaatste afdeling der Panoplia van Euthymios. Ook later werden de bogomielen herhaaldelijk vervolgd, hoewel zij telkens weer opdoken op de Balkan en in Hongarije.
Na de verovering van Bosnië door de Turken (1463) verdween de dan nog vnl. aldaar voorkomende sekte uit de geschiedenis. Toch schijnen nog geheime gemeenten tot tegen het einde van de 19e eeuw te hebben bestaan.
De bogomielen leerden dat niet God als het hoogste goede Wezen de zichtbare wereld geschapen heeft, maar dat dit door de Boze is geschied. Het boze is ontstaan door afval van God. Hun heilsleer droeg een docetisch karakter: Christus heeft de mensheid slechts door zijn leer verlost; zij verwierpen daarom de sacramenten, behoudens een geestesdoop (zonder water). Hun gemeentelijke organisatie en hun eredienst waren zeer eenvoudig. Zij verwierpen het OT met uitzondering van de Psalmen en het Boek der 16 profeten. Naast het NT, dat zij allegorisch uitlegden, waren bij hen enige apocriefen in gebruik. Onder invloed van de bogomielen ontstond in Italië en Zuid-Frankrijk de sekte der katharen.
LITT. S.Runciman, The medieval manichee (1947); D.Angelov, Der Bogomilismus auf dem Gebiete des byzantinischen Reiches (1948—50); D.Obolensky, The bogomiles (1948); O.Bihalji-Merin en A.Benac, L'art des bogomil
De bogomielen waren leden van een dualistische sekte in Thracië, Macedonië en Bulgarije. Een zekere Basileios heeft begin 12e eeuw veel gedaan voor de bevestiging en uitbreiding van de sekte, waardoor zij vele leden telde, zelfs aan het Byzantijnse hof. Door een list wist keizer Alexios I Komnenos hen over te halen hun geheime leer openbaar te maken. Dit gaf aanleiding tot een bloedige vervolging: Basileios stierf op de brandstapel. Die mededelingen liggen ten grondslag aan de voorlaatste afdeling der Panoplia van Euthymios. Ook later werden de bogomielen herhaaldelijk vervolgd, hoewel zij telkens weer opdoken op de Balkan en in Hongarije.
Na de verovering van Bosnië door de Turken (1463) verdween de dan nog vnl. aldaar voorkomende sekte uit de geschiedenis. Toch schijnen nog geheime gemeenten tot tegen het einde van de 19e eeuw te hebben bestaan.
De bogomielen leerden dat niet God als het hoogste goede Wezen de zichtbare wereld geschapen heeft, maar dat dit door de Boze is geschied. Het boze is ontstaan door afval van God. Hun heilsleer droeg een docetisch karakter: Christus heeft de mensheid slechts door zijn leer verlost; zij verwierpen daarom de sacramenten, behoudens een geestesdoop (zonder water). Hun gemeentelijke organisatie en hun eredienst waren zeer eenvoudig. Zij verwierpen het OT met uitzondering van de Psalmen en het Boek der 16 profeten. Naast het NT, dat zij allegorisch uitlegden, waren bij hen enige apocriefen in gebruik. Onder invloed van de bogomielen ontstond in Italië en Zuid-Frankrijk de sekte der katharen.
LITT. S.Runciman, The medieval manichee (1947); D.Angelov, Der Bogomilismus auf dem Gebiete des byzantinischen Reiches (1948—50); D.Obolensky, The bogomiles (1948); O.Bihalji-Merin en A.Benac, L'art des bogomiles (1963).