m./o. (-s, -en), korte kiel met lange mouwen, meestal van blauw gestreept katoen of linnen, vroeger door zeelieden, sjouwers en ambachtslieden, vooral als onderkleed, gedragen: in zijn – zitten, zonder jas; (zegsw.) hij heeft nog een hart in zijn –, in zijn lichaam, hij is niet ongevoelig, (ook) niet laf; Jan Boezeroen, minachtend voor werkman, ook collectief voor: de werkmansstand.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk